No guts no glory

No guts no glory

1. Een droomjob in de beurzensector.

Iedereen die mij kent weet dat ik niet de meest enthousiaste uitstraling heb. Ik geef soms de indruk er nogal apathisch bij te lopen. Maar iedereen die mij goed kent weet dat dit slechts uiterlijke schijn is. Innerlijk kan ik zwaar uit de bol gaan.

Ik kan in vervoering geraken van een schilderij, ik kan mijzelf verliezen en  één worden met  een landschap. Muziek kan me ontroeren en ik kan intens genieten van ontmoetingen met mensen. Zeker wanneer die ervaringen willen delen vanuit een andere realiteit dan de mijne.

Zo ben ik ook gepassioneerd in mijn job. Voor mij is standenbouwer het mooiste beroep dat er is.  In plaats van een opgave is het  een boeiende uitdaging. Het is dan ook mijn morele plicht om meer te doen dan passief af te wachten hoe de sector gaat evolueren en nadien te kijken welke rol ik hierin kan spelen.

2. Hebben beurzen een blijvende relevantie ?

Soms heb ik twijfels. Wordt er een passend antwoord gevonden op de digitale disrupties? Ga ik de boot missen?

Toch  eindig ik steeds optimistisch en kijk ik  vol verwachting naar de toekomst.

Het medium beurzen op zich is zo waardevol dat het ook in het digitale tijdperk overeind zal blijven. Naast communicatie van Machine to Machine is er meer dan ooit behoefte aan directe communicatie van Mens tot Mens. Door de digitalisering wordt waardevol persoonlijk contact een zeldzaam goed. Naarmate iets schaarser wordt stijgt het in waarde, ook in een business omgeving. Het blijft de puurste vorm van social media; de meest eerlijke en directe vorm van intermenselijke interactie. Het medium bezit in elk geval zoveel onvervangbare intrinsieke waarde dat het een “blijver” is. Tenminste als het een doordachte transformatie ondergaat. Het moet een nieuwe balans vinden tussen een kwalitatief producten- en dienstenaanbod, relevante content, ontmoeten en beleven. En het moet alles wat digitaal is omarmen in plaats van het als een vijand te zien.

De sector zal zich moeten aanpassen en staat voor ingrijpende veranderingen. Zelfs de naam “beurzen” lijkt aan innovatie toe. Niet alleen de format moet steeds worden heruitgevonden maar alle betrokken partijen zullen hun mind-set moeten bijstellen. Van organisator,  leverancier tot exposant. De enige partij die zich in gans het verhaal niet zal aanpassen is de bezoeker. Vergis u niet; alles moet worden aangepast in functie van de noden van de “bezoekers”. Beurzen zijn er niet om kopers te vinden voor een bepaald product. Beurzen zijn er om antwoorden te geven op een bepaalde behoefte.  

Dit gaat verder dan een louter productaanbod. Enkel aanbieden kan digitaal minstens even goed en een pak efficiënter.  Het gaat daarnaast ook over waardevolle content en over beleving. Over ervaringsuitwisseling. Het gaat over duurzaamheid en sociale verantwoordelijkheid in de zin van “wie of wat zit er achter het product of dienst”. Over eerlijkheid in de zin van “dit  kan niet gefotoshopt of gemanipuleerd worden”. Maar uiteindelijk gaat het over de ultieme vraag “ what’s in it for me”, ... Wat kan het product voor mij betekenen?  Gaat het mijn behoefte wel invullen? Koop ik niet het zoveelste op zich prachtig maar voor mij persoonlijk waardeloze ding.  

Hoe kan je daar beter over oordelen dan wanneer je het kan zien, voelen, horen, ruiken en proeven? Of  wanneer je een antwoord op jouw persoonlijke vragen krijgt terwijl je de aanbieder recht in de ogen kijkt? Niet op een scherm, maar recht in de ogen. Of wanneer je mensen live ontmoet die hun ervaringen delen, getuigenissen brengen en meezoeken vanuit hun ervaring wat iets voor jou kan betekenen. Of wanneer je het gebruiksgemak zelf kan ervaren en het resultaat tastbaar wordt.

Deze gedachten maken me gelukkig. Al moet ik tot mijn 80ste werken, het zal in de beurzensector kunnen. Tenminste wanneer mijn mentale fitheid niet dezelfde curve maakt als mijn fysieke mogelijkheden. Zolang ik mijn ogen niet sluit voor wat er om mij heen gebeurt, kan ik nog iets betekenen.  

3. Zijn we bereid onze inzichten te delen ?

Een aantal pioniers zijn op zoek naar nieuwe antwoorden. Je vindt ze zowel bij de organisatoren, toeleveranciers als bij de exposanten. Elk op zijn manier en vanuit zijn referentiekader. En het is net dat wat ons beperkt en ingrijpende vernieuwing tegenhoudt. We gaan moeten buiten ons referentiekader treden. Misschien moeten we onze inzichten delen en de relevantie ervan toetsen bij elkaar. Misschien moeten we de klant zelf aan het woord laten. Misschien moeten we ons laten verrijken door inzichten buiten onze sector. Of misschien moeten we het allemaal wel doen. 

4. No guts, no glory !

Ik wil alvast niet toekijken vanaf de zijlijn maar actief deelnemen aan het transitieproces. Ik ken mijn beperkingen maar wil met grote nederigheid mijn inzichten delen. De waarheid heb ik in geen geval in pacht. Dus ik zal risico’s moeten nemen. Ik riskeer met blogposts fouten te maken of meer prijs te geven dan ik eigenlijk wil. Maar ik heb sinds de lagere school te vaak mijn vinger omlaag gehouden om geen imagoschade te leiden …. en om mijn goede indruk bij de meisjes niet om zeep te helpen. Daardoor heb ik ook een aantal kansen verkeken op diepere inzichten en … op een verpletterende indruk bij de meisjes. Dus ga ik er voor, vanuit het principe “no guts, no glory”. Ik ben ervan overtuigd dat er nog veel mensen zijn die er ook zo over denken. Mensen van binnen of buiten de sector die mee risico durven nemen. Die hun visie durven te verkondigen. Maar die vooral in een eerlijke dialoog willen treden met een open vizier en een open geest.  

NO GUTS, NO GLORY

 

Luc De Witte